Selecteer hier de onderwerpen en thema's die je interesseren:

CEO’s zetten bijl in filosofie van Friedman

Deze maand maakte de invloedrijke Amerikaanse zakenclub Business Roundtable bekend dat 181 top CEO’s de bijl zetten in Milton Friedman’s filosofie: “De enige plicht van een bedrijf is het creëren van maximale waarde voor zijn aandeelhouders”.
Vanaf nu geloven de top CEO’s in “een economie die volledig ten dienste staat van alle Amerikanen”.  Dit klonk studiogenoot Farid Tabarki bekend in de oren.  Over deze ontwikkeling schreef hij een aantal jaar geleden de column Heilige Huisjes in Het Financieele Dagblad. Ook in onze Transformation Playground  staat Studio Zeitgeist stil bij de transformatie van product naar betekenis. Mocht je hier als organisatie ook mee aan de slag willen gaan dan helpen we je daar graag bij.

Filosoof Karl Popper zei het ooit in een interview: ‘Optimisme is een plicht. We moeten focussen op de dingen die gedaan moeten worden en waar we verantwoordelijk voor zijn.’ Daar kan ik me wel in vinden en ik weet vrijwel zeker dat ook filosoof en kunstenaar Koert van Mensvoort tot deze school behoort. In zijn boek Next Nature ziet hij een positief geloof in de mensheid als een morele plicht. Doemdenken over de menselijke soort komt voor Van Mensvoort neer op zelfhaat. De mens stelt hij centraal – dat is hij immers zelf – en hoopvol is hij omdat hij niet anders wil. 

Ik vind zijn enthousiasme aanstekelijk, te meer omdat we er met méér van hetzelfde niet gaan komen. Van Mensvoort, tevens oprichter van het ‘Next Nature Network’, zegt dat de grote natuurorganisaties een conservatief beeld van de natuur hebben. Eigenlijk was vroeger alles beter, dus richt men zich op herstel en behoud. Daar tegenover plaatst Van Mensvoort de unieke mogelijkheden van de mens als evolutionaire katalysator. Die rol speelde geen enkele diersoort eerder. Terwijl in de afgelopen paar miljard jaar de evolutie op basis van DNA, genen en koolstofverbindingen voort strompelde, schiet die nu door middel van nieuwe materialen zoals silicium en plastic met sprongen tegelijk vooruit.

We spreken van het antropoceen, een geologisch tijdperk waarop de menselijke activiteiten van de mens de grootste impact hebben. Deze activiteiten bedreigen weliswaar bestaande ecosystemen, maar leiden ook tot een diversificatie van zowel biologisch als technisch leven. De auteur stelt zich de gewaagde vraag of de bezorgdheid om het verdwijnen van soorten eigenlijk wel terecht is.

Heeft Van Mensvoort niet misschien een enorm bord voor zijn kop en verkondigt hij het blije techno-gospel zoals zovele hightech toekomstdenkers? Nee, ik denk dat zijn verhaal wel hout snijdt. Hij wijst op een belangrijke verantwoordelijkheid van de mens, namelijk die om de evolutie de juiste kant op te sturen.

Hij is geen alarmist, maar waarschuwt wel: als we niet uitkijken, wordt het antropoceen opgevolgd door het technoceen, het tijdperk waarin de technologie een grotere impact heeft, veel groter dan de mens. Dat is niet de bedoeling: Van Mensvoort stelt zeer bewust de mens centraal. Het is daarom onze grootste morele verantwoordelijkheid om biologie en technologie in balans te brengen.

De juiste balans tussen biologie en technologie betekent onherroepelijk dat we vooruit moeten: we kunnen de techno-sfeer niet afschaffen of ongedaan maken. ‘De evolutie gaat door, we moeten vooruit’, schrijft Van Mensvoort. ‘Maar al te naïef inzetten op een wereld waarin technologie biologie vervangt, is net zo onverstandig. We moeten koorddansen: balans.’

Van Mensvoorts toon is plezierig: zijn oplossing klinkt redelijk en zijn geloof in de mensheid is hartverwarmend. In essentie pleit hij immers voor een humane technologie die de behoeftes van de mens als uitgangspunt neemt. ‘Het vergroot onze zintuigen in plaats van ze af te stompen. Het plaatst mensen in hun kracht, in plaats van ze overbodig te maken. […] Humane technologie dient niet enkel het individu, maar allereerst de mensheid als geheel.’

Het is wel veel gevraagd voor die mensheid die er inderdaad ‘nog maar net is’. Pas voorzien van intellectuele gaven zijn we de wereld om ons heen al onherroepelijk aan het veranderen. Het bewaren van onze menselijkheid (die zelf ook nog eens verder evolueert) is geen sinecure.

Komt de mensheid inderdaad over haar collectieve neiging tot zelf-destructie heen? Over honderd jaar lezen we Next Nature weer eens terug. Dan zeggen we: ‘Het is niet gemakkelijk geweest, maar zonder die hoopvolle, optimistische houding hadden we het nóóit gered.’

Deze boekrecensie van Farid Tabarki werd op 15 juni gepubliceerd in het Financieel Dagblad.

Iedere week publiceert tijdgeestonderzoeker Farid Tabarki een column in Het Financieele Dagblad, over een breed scala aan onderwerpen. Thema’s zoals innovatie op maatschappelijk, economisch en technologisch vlak. De column verschijnt ook wekelijks op onze website. Wil je meer columns van Farid lezen? http://fd.nl/auteur/farid-tabarki

Superhelden
21 juni, 2018

Wie in leiderschap geïnteresseerd is, moet naar ‘Avengers: Infinity War’. In deze superheldenfilm gaan achtentwintig ‘vergelders’ aan de slag om de wereld van de ondergang te redden. De box office staat op $2 mrd opbrengst (de vierde film ooit!) tegen $300 mln productiekosten. Geen onaardige investering van Marvel Studios! Het redden van de wereld is nu eenmaal een populair onderwerp, maar de manier waarop is redelijk nieuw: in het universum van de film komen de verschillende superhelden bijeen. Ze zijn elk bekend van eigen strips die vaak ook verfilmd zijn, maar nu werken ze samen. Iron Man, Okoye, Superman en de vele anderen vullen elkaar uitstekend aan en vormen een ad-hoc team met een urgente missie.

Daar kan het leiderschap bij u op kantoor wel wat van leren. Elke organisatie zal zich moeten verhouden tot een dramatisch snel veranderende wereld en met de oude machinebureaucratie van organisatiedeskundige Henry Mintzberg is dat een onmogelijke opgave. Hiërarchische modellen uit het industriële tijdperk maken plaats voor fluïde netwerken. Jeremy Heimans en Henry Timms omschrijven dit fenomeen in hun boek New Power. ‘Bewegingen met “nieuwe macht” zijn informeel, coöperatief, open en participatief. Instituten met “oude macht” zijn gericht op management, exclusief, vertrouwelijk en gesloten.’

Met een MBA van twintig jaar terug is het heel lastig om leiding te geven in het tijdperk van openheid en samenwerking. De managementliteratuur helpt ook niet echt. Die heeft het vaak over ‘de leider’ en te weinig over leiderschap als sociaal proces. Langzaam komt daar verandering in. Onderzoekers David Day, Peter Gronn en Eduardo Salas bedachten een model waarin leiderschap heel vruchtbaar kan worden gezien als een capaciteit van teams. Wees niet bang voor uw baan: dat gedeelde leiderschap kan volgens hen voorlopig nog bestaan naast het leiderschap met duidelijke namen en rugnummers.

Zowel de klassieke baas als het enthousiaste lid van een zelfsturend team doen er goed aan om hun stijl van leiderschap beter in balans te brengen. Luisteren, anderen de ruimte laten en de sfeer goed houden zijn essentiële activiteiten voor de leider, naast natuurlijk overtuigend vertellen waar het heen moet. Binnen Studio Zeitgeist hebben we hier de afgelopen tijd veel ervaring mee opgedaan. Zo publiceert binnenkort Studio-genoot Rindert de Groot de eerste onderzoeksresultaten van wat we Liquid Leadership noemen.

Als de superhelden zich al moeten verenigen, terwijl ze tientallen jaren de wereld in hun eentje hebben moeten redden, hoe moet dat dan met ons? Mensen zijn geen superhelden; de superkrachten zullen vanuit het team moeten komen. Een goede leider doet daarvoor een beroep op zijn zachte krachten. In de vloeibare samenleving gaat het namelijk niet meer in de eerste plaats om sturen, maar om vertrouwen.

Foto door Will van Wingerden op Unsplash