The Pakhuis de Zwijger broadcast ‘From now on… according to Farid Tabarki’ part of the ‘WeMakeThe.City – Reset 2’ series can now be watched online.
It’s about time we accept the fact that we are living in a time of constant change, deal with its insecurities and develop much-needed resilience.
Expect a keynote speech by Farid Tabarki, a great conversation with Marina Otero Verzier (Het Nieuwe Instituut) and clips with Ursula von der Leyen, Tom Holland, Will Smith and Larry Fink.
In het Financieele Dagblad van zaterdag 11 april verscheen van de hand van Farid Tabarki en Rindert de Groot het volgende artikel:
Weerbaarheid in tijden van crisis: omarm de onzekerheid
Kunnen we sterker uit de coronacrisis komen? Farid Tabarki en Rindert de Groot spreken, zij het voorzichtig, hun vertrouwen uit in de veerkracht van de mens.
Met alle vooruitgang is de mensheid terug bij af. Ze kijkt naar de natuur als een kip naar het onweer: met verbijstering, onmacht en paniek. Eigenlijk wil ze wegvliegen, maar haar vleugels kunnen haar niet dragen. In tegenstelling tot de kip heeft de mensheid wel een flinke bijdrage geleverd aan het extreme noodweer dat op haar pad komt. Het menselijk vernuft heeft geleid tot meerdere crises tegelijkertijd – pandemie, klimaat en wie weet wat nog komen gaat – en een plichtsgevoel om er iets aan te doen.
Kunnen we dat? Is het mogelijk om, voetbalorakels Van Hanegem en Cruijff indachtig, het nadeel van de menselijke aanwezigheid om te buigen in een voordeel? In 1992 beweerde Francis Fukuyama dat het ‘Einde van de geschiedenis’ was aangebroken: de val van het communisme had bewezen dat de liberale democratie had gewonnen en snel zou uitgroeien tot mondiaal model. Het bekroonde het moderne project, dat behalve een politieke ook een sociale, wetenschappelijke en economische kant had. Dit project was in 1789 gestart met de Franse revolutie en heeft ons inderdaad veel gebracht. De schoolklas, het paspoort, het stemhokje, het peer-reviewed wetenschappelijke tijdschrift. De communistische variant mislukte jammerlijk ten faveure van zijn kapitalistische concurrent. Het geopolitieke discours van de jaren negentig ging er daarom vanuit dat de hele wereld de gematigde, westerse denkwijze en systemen zou omarmen.
De geschiedenis eindigde echter niet. Fukuyama kreeg van allerlei kanten kritiek. Eén invalshoek valt nu speciaal op. Enkele jaren later, in 2000, publiceerde de Pools-Britse socioloog en filosoof Zygmunt Bauman het boek Liquid Modernity, helaas niet vertaald in het Nederlands, waarin hij betoogde dat ‘verandering de enige constante’ is en ‘onzekerheid de enige zekerheid’. Hij werkte zijn ideeën verder uit in latere boeken totdat hij ruim drie jaar geleden op 91-jarige leeftijd stierf.
Volgens Bauman zijn we verdoemd tot een liquid life, een vloeibaar leven waarin we steeds onze schepen achter ons moeten verbranden, we ons steeds heruitvinden en een continu, logisch levensverhaal op onze buik kunnen schrijven. De vloeibare samenleving is in zijn visie geen vrolijke kermisattractie voor de massa, maar voorbehouden aan de happy few. Met voldoende geld, connecties en papieren worden tijd en plaats irrelevant en het leven vloeibaar, maar de barrières die een arbeids- of klimaatmigrant voor zich opgetrokken ziet, maken diens leven spijkerhard. Een radicalere breuk met het gevoel van zekerheid en veiligheid van de afgelopen decennia is niet voorstelbaar. Menig regeringsleider speelt gretig de autoritaire kaart van het nationalisme tegen een vijand die zich van grenzen niets aantrekt.
De vloeibare moderniteit, waarvan Bauman beweert dat we er al middenin zitten, biedt (voor ons in elk geval) allerlei mogelijkheden om schoolklassen uit het industriële tijdperk overboord te kieperen, oude instituties te hervormen en met elkaar nieuwe verbindingen aan te gaan. Ook leidt het ertoe dat alle natuurlijke hulpbronnen tot onze beschikking zijn, productiecapaciteit zich moeiteloos verplaatst en kapitaal over de wereld flitst. De corporate jets en de vakantievluchten vliegen erachteraan. Creatieve bedrijven opereren vanuit hippe koffietentjes (of minimalistisch ingerichte huiskamers), teams zorgen voor zelfsturing en leren doen we levenslang.
Hoe zit dat in tijden van crisis? De oplossingen voor de huidige coronacrisis zijn allesbehalve vloeibaar: top-down worden ic-bedden verdeeld, apparaten en mondkapjes ingekocht, oekazes uitgevaardigd. In diverse Europese steden patrouilleert het leger op straat, een onheilspellend gezicht en ongetwijfeld slecht nieuws voor onze burgerlijke vrijheden, ook in de komende jaren. Voor wat mag, moet en kan, kijken we ineens volgzaam naar de overheid. Menig regeringsleider speelt gretig de nationalistische en autoritaire kaart van het nationalisme tegen een vijand die zich van grenzen niets aantrekt. Het zo rigoureus inperken van de bewegingsvrijheid van burgers is sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer voorgekomen en mag geen gewoonte worden.
Na een crisis komt er weer een nieuwe balans. Wat blijft er overeind, wat verdwijnt, wat wordt versterkt en wat is er nieuw?
Toverwoord: veerkracht
In het zwartste scenario kunnen we het kind met het badwater weggooien. Dat kind is niet de mens die eeuwig te leven heeft en vrij is van ziekte en zorgen, maar de mens die zich vrij kan bewegen en ontplooien in een open samenleving. Die open samenleving is geen bijproduct van dertig jaar zorgeloze groei; eerder andersom. In een positiever scenario herstellen we vrijheid en mogelijkheden en zoeken we een nieuwe balans die beter recht doet aan de beperkingen van 8 miljard mensen op een planeet.
Een toverwoord hierbij is veerkracht. Zowel individuele mensen als samenlevingen hebben het vermogen om schokken te incasseren en ervan te herstellen. De bereidheid nu om de oude wetmatigheden terzijde te schuiven is groot: kennelijk zijn er alternatieven voor het ophokken van klassen, het land doorkruisen voor koffie met de klant en ellenlange vergaderingen in stoffige zaaltjes. We zetten alles op alles om elkaar de helpende hand te bieden (zij het op anderhalve meter afstand) en straks weer samen op te trekken wanneer het gevaar geweken is.
Het wordt tijd dat we een nieuw gesprek met elkaar voeren over de waarden die we met elkaar delen.
Veerkracht betekent niet alleen het vermogen om van een uitzondering weer terug te keren in een normale toestand, maar ook een capaciteit tot vernieuwing, stellen Ton Wilthagen en Paulien Bongers van het Impactprogramma Tilburg University. We springen over hick-ups heen en stellen gemakkelijker bestaande arrangementen ter discussie. Op die manier kunnen we (als we het goed doen) positieve tendensen in de samenleving versnellen, want ook dat is kracht van een crisis.
Een stevige crisis kan er zo toe leiden dat er meer discussie is over gedeelde waarden en meer ruimte voor het experiment.
Nieuw gesprek over waarden
Het wordt dan ook tijd dat we een nieuw gesprek met elkaar voeren over de waarden die we met elkaar delen. We staan nu op de overlevingsstand en tonen solidariteit, maar hoe we onzekerheid met elkaar in de toekomst willen opvangen en onder ogen willen zien, verdient nadere uitwerking. Wellicht kan de klassieke stoïcijnse opvatting inspiratie bieden, die mensen aanraadde om door goed te leven en goed samen te werken de afhankelijkheid van genot en de angst voor pijn te verminderen. We zullen de gedeelde puzzels in elk geval samen moeten oplossen. Dat illustreert de Omgevingswet, een nieuwe manier van integrale gebiedsontwikkeling waarbij hele regio’s samen waarden formuleren om daarmee een basis te leggen voor het integraal oplossen van complexe vraagstukken als energietransitie, circulaire economie, ecologie en sociale ongelijkheid.
Binnen een opgefrist pakket waarden moeten sommige arrangementen overboord. Wat dat betreft is het goed dat de farmaceutische industrie eindelijk de handen ineen heeft geslagen om de gezondheid van de mensheid te dienen in plaats van haar eigen portemonnee. Het is te hopen dat de verschillende spelers daarbij blijven samenwerken en in alle transparantie hun fouten durven toegeven. Het zijn immers mede hun talrijke experimenten die een medische doorbraak kunnen bewerkstelligen, mits ze die zorgvuldig en compleet rapporteren. Daar heeft het in de afgelopen jaren wel eens aan geschort.
Van fouten leren
De bereidheid om het experiment aan te gaan en fouten toe te geven, is overigens in de medische wereld steeds gebruikelijker. Dat stemt hoopvol. Het UMC Utrecht heeft inmiddels de Adrienne Cullen-lezing ingevoerd, genoemd naar een patiënt bij wie een arts van het ziekenhuis had geblunderd met fatale consequenties. Sinds 2018 staat men er jaarlijks bij stil hoe om te gaan met medische missers. De zorg wordt beter als we van fouten leren, niet als we de schuldigen bestraffen, betoogde Pauline Meurs vorig jaar in het FD. Een soortgelijke dynamiek kennen we uit de Escape Room, populair in hr-kringen: zet sollicitanten in zo’n interactief spel en je weet heel snel wat je aan ze hebt.
Samen op een speelse manier problemen te lijf gaan en daarbij de gedeelde waarden eens flink opschudden is momenteel ver van ons bed. Toch zullen we elkaar op een dag weer moeten loslaten in de grote wijde wereld. Daarin zal hopelijk meer ruimte dan ooit zijn voor het nieuwe idee en het experiment. Daarin omarmen we de onzekerheid en geven we elkaar vertrouwen.
De echte test komt immers nog.
Farid Tabarki en Rindert de Groot zijn beiden verbonden aan Studio Zeitgeist.