Afrika doet mee
Iedere week publiceert tijdgeestonderzoeker Farid Tabarki een column in Het Financieele Dagblad, over een breed scala aan onderwerpen. Thema’s zoals innovatie, de samenleving en het economische systeem komen hier aan bod. De column verschijnt ook wekelijks op onze website. Wil je meer columns van Farid lezen? http://fd.nl/auteur/farid-tabarki
Afrika doet mee
10 januari, 2018
Afrika doet mee. De 25-jarige Nigeriaanse popster Davido verovert met zijn ‘Afrofusion’ verschillende continenten. Met Jumia heeft Afrika de eerste ‘unicorn’, een bedrijf dat meer dan $ 1 mrd dollar waard is. Nollywood, de Nigeriaanse filmindustrie, produceert weliswaar minder films dan het Indiase Bollywood, maar laat Hollywood al ver achter zich.
Aan de andere kant is het continent het toneel van de meeste gewapende conflicten en leidt het aan een mondiaal minderwaardigheidscomplex.
António Guterres, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, zei het als volgt in een recente uitgave van het blad Jeune Afrique: ‘Ze zijn op een bepaalde manier dubbel slachtoffer van de kolonisatie. Ze zijn zo slecht vertegenwoordigd omdat de Verenigde Naties opgericht zijn vóór de onafhankelijkheid. Afrika verdient een garantie op een eerlijker aanwezigheid in de Veiligheidsraad.’
In 2018 zitten zoals gebruikelijk drie Afrikaanse landen in de Veiligheidsraad van de VN: Ethiopië, Ivoorkust, waar een VN-vredesmacht net haar missie heeft volbracht en het relatief rustig is, en Equatoriaal-Guinea. Dat laatste land heeft met Teodoro Obiang, die in 1979 met een militaire coup aan de macht kwam, de op een na langstzittende dictator van Afrika in huis.
Heeft Guterres een punt? Met drie zetels is het continent niet per se slecht vertegenwoordigd. Toch zijn de verhoudingen binnen de Veiligheidsraad, met de vijf overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog op de permanente zetels mét vetorecht, wel degelijk de verhoudingen van een ander tijdperk. Tegenwoordig zou het logischer zijn om Nigeria, met nu bijna 200 miljoen inwoners, een permanente zetel te geven. Het land was ten tijde van de oprichting van de Veiligheidsraad in 1945 nog een Britse kolonie.
Nederland mag dit jaar voor het eerst sinds 1999 weer meespelen in deze eredivisie van de internationale diplomatie. We hebben daar hard voor moeten vechten. De zittingsduur is eigenlijk twee jaar, maar we hebben het op een akkoordje met Italië gegooid. De Italianen hadden vorig jaar hun ‘finest hour’; in 2018 is onze Permanente Vertegenwoordiger Karel van Oosterom aan de beurt.
Wat kunnen wij bereiken in de Veiligheidsraad? Een eerlijker samenstelling in elk geval niet, want de landen met een veto hebben ook een veto over de samenstelling. Wellicht kunnen we helpen de Raad wat te moderniseren. Wie niet sterk is, moet slim zijn. We hebben dan geen groot leger, maar we kunnen wél assisteren bij counter-terrorisme, de aanpak van cybercriminaliteit en de versterking van de internationale rechtsorde.
Het is juist Afrika dat direct profiteert van kleine stapjes op dit gebied. Het continent waar de balans altijd doorsloeg ten faveure van boeven, geweld en armoede, wordt op die manier steeds meer het toneel van creativiteit, vooruitgang en hoop.